-
1 fern
fern1♦voorbeelden:eines fernen Tages • op een goede dagaus fernen Tagen • uit lang vervlogen dagendie fernere Umgebung • de niet al te verre omgevingsich von jemandem fern halten • iemand uit de weg gaanfern liegen • veraf, ver weg liggen, niet voor de hand liggendas liegt mir fern • dat komt niet bij, in me opdas sei mir fern! • dat zij verre van mij!von fern betrachtet • van verre (beschouwd)aus, von nah und fern • van heinde en ver————————fern2〈voorzetsel + 3〉 〈 formeel〉♦voorbeelden: -
2 jemandem fern
См. также в других словарях:
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon